Combinaties van bijvoeglijk naamwoord + voorzetsel
- at - verbaasd over, boos op, goed in, verschrikkelijk in.
- van - trots op, bang voor, dol op, vol van.
- met - tevreden met, bezig met, beu, geassocieerd met.
- in - teleurgesteld in, bekwaam in, geïnteresseerd in, betrokken bij.
- voor - bekend om, goed voor, verschrikkelijk voor, uitstekend voor.
- Wat zijn 5 voorbeelden van voorzetsels?
- Is het een bijvoeglijk naamwoord of een voorzetsel??
- Wat is het verschil tussen bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel??
Wat zijn 5 voorbeelden van voorzetsels?
Enkele voorbeelden van veelvoorkomende voorzetsels die in zinnen worden gebruikt, zijn:
- Hij zat op de stoel.
- Er is wat melk in de koelkast.
- Ze verstopte zich onder de tafel.
- De kat sprong van de toonbank.
- Hij reed over de brug.
- Ze verloor haar ring op het strand.
- Het boek is van Anthony.
- Ze zaten bij de boom.
Is het een bijvoeglijk naamwoord of een voorzetsel??
Dit zijn de meest voorkomende voorzetsels die bijvoeglijke naamwoorden op deze manier volgen: over, op, door, voor, van, in, van, naar, met.
Wat is het verschil tussen bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel??
is dat voorzetsel (grammatica) een van een gesloten klasse van niet-verbuigende woorden is die doorgaans worden gebruikt om een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord, in een bijvoeglijk naamwoord]] of [[bijwoord|bijwoordelijke betekenis, met een ander woord: een deeltje dat wordt gebruikt met een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord (in het Engels altijd in het objectieve geval) om een zin te maken die een ander beperkt ...