Een belangrijk onderdeel van de balalaika-techniek is het gebruik van de linkerduim om noten op de lagere snaar te fretten, met name op de prima, waar het wordt gebruikt om akkoorden te vormen. Traditioneel wordt de zijkant van de wijsvinger van de rechterhand gebruikt om noten te laten klinken op de prima, terwijl een plectrum wordt gebruikt op de grotere maten.