Hoe vind je de oplossing in intervalnotatie??
In intervalnotatie schrijf je deze oplossing als (-2, 3]. Waar het op neerkomt: beide ongelijkheden moeten tegelijkertijd waar zijn. U kunt ook grafieken of uitspraken doen (ook wel disjuncte sets genoemd omdat de oplossingen elkaar niet overlappen). Of uitspraken zijn twee verschillende ongelijkheden waarbij de een of de ander waar is.