In het hoofdstuk over functionele harmonie introduceert de auteur het begrip sterke en zwakke akkoorden: I, II en IV worden over het algemeen behandeld als sterke akkoorden. V, VI en III worden over het algemeen als zwak behandeld (IIIm7 en VIm7 als vertegenwoordigers van de Tonic vormen een speciaal geval, dat hieronder wordt besproken.)