De toonsoort wordt geplaatst na de sleutelaanduiding (bijvoorbeeld hoge of lage tonen) aan het begin van een notenbalk of na een dubbele maatstreep - de scheiding die nodig is voor een verandering van handtekening - binnen een notenbalk.
De toonsoort wordt geplaatst na de sleutelaanduiding (bijvoorbeeld hoge of lage tonen) aan het begin van een notenbalk of na een dubbele maatstreep - de scheiding die nodig is voor een verandering van handtekening - binnen een notenbalk.